« Cheminements » schetst abstracte paden waar lijnen en vormen met elkaar vervlochten zijn, waar het organische — dierlijke of imaginaire afdrukken — en het vergankelijke als cartografieën van een doorgang achterblijven. De twee kunstenaars bieden meerdere visies: Cédric De Lievre via zijn acryl- en Posca-schilderijen, en Irène de Groot met haar monotypes, gravures en foto’s. Deze expo laat hun werelden samenkomen.
ℹ PRAKTISCHE INFORMATIE
Data van de tentoonstelling
Van zaterdag 15 februari tot zondag 2 maart 2025
Openingsuren van de tentoonstelling
Dinsdag en vrijdag (10u - 16u)
Zaterdag en zondag (11u - 18u)
Vernissage
Zaterdag 15 februari van 17u tot 21u
Gratis toegang, zonder reservatie en toegankelijk voor PBM
ℹ DE KUNSTENAARS
ℹ Cédric De Lievre

Autodidactisch kunstenaar Cédric De Lievre verkent een diversiteit aan technieken en dragers, waaronder acrylverf, Posca-stiften en Oost-Indische inkt. Geïnspireerd door de Aboriginalkunst en de natuur creëert hij abstracte werken op zwarte borden, leisteen of recuperatie materiaal. Zijn gestileerde "Z"-handtekening markeert originele composities die balanceren tussen rauw pointillisme en experimentele kunst. Zijn carrière, gekenmerkt door talrijke tentoonstellingen in België en daarbuiten, weerspiegelt een intuïtieve artistieke zoektocht die recent evolueert naar unieke projecten, zoals schilderen op beenderen.
ℹ Irène de Groot

Multidisciplinaire beeldend kunstenares Irène woont en werkt in Vorst, Brussel. Na haar studie schilderkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel verbleef ze gedurende een twaalftal jaren in verschillende landen over de hele wereld. Sinds haar terugkeer in Brussel heeft Irène zich achtereenvolgens toegelegd op schilderen, tekenen, beeldhouwen in klei, het maken van sieraden in Galaliet, fotografie (analoog, digitaal, Polaroid, alternatieve afdruktechnieken), installaties, Suminagashi, monotypes, gravures, enz., waarbij ze de vluchtige sporen van het leven onderzoekt. Geïnspireerd door de sporen die slakken achterlaten of de gangen die larven in bladeren graven, creëert ze poëtische werken waarin vergankelijkheid en fragiliteit tot blijvende beelden worden.